Twee praktijkcases over vervangen PLC-besturing machine: wat zegt de Inspectie SZW?

Twee praktijkcases over vervangen PLC-besturing machine: wat zegt de Inspectie SZW?

Bij productiebedrijven komt het geregeld voor dat besturingscomponenten van een bestaande machine niet meer of moeilijk leverbaar zijn en het bedrijf de volledige plc-besturing van een machine wil vervangen. De grote vraag is natuurlijk: “Wordt de vervanging van een plc-besturing gezien als een substantiële wijziging die leidt tot een nieuwe CE- markering?” In dit artikel komen twee praktijkcases aan bod en wordt de zienswijze van de Inspectie SZW ten aanzien van deze cases toegelicht.

Eindgebruiker vraagt CE-adviseur om advies

Als CE-adviseur komt het bij Fusacon B.V. regelmatig voor, dat een eindgebruiker ons vraagt of er bij het volledig vervangen van een elektrische besturing (plc hard- en software) sprake is van een ‘substantiële wijziging’. De machine is vaak mechanisch zo robuust gebouwd dat een vernieuwing van de elektrische besturing nog lonend is. De Europese Commissie heeft de woorden ‘substantiële wijziging’ en de noodzaak van CE- markering benoemd in de gids voor de toepassing van de Machinerichtlijn. Desondanks blijkt het in de praktijk zo te zijn dat als je deze vraag bij drie CE-adviseurs neerlegt, je mogelijk ook drie zeer verschillende antwoorden krijgt. De reden hiervoor is dat deze gids geen pasklare antwoorden heeft voor elke afzonderlijke situatie.

Gids machinerichtlijn verwijst naar nationale overheid

Aankomende december is het alweer 7 jaar [dit artikel is in oktober 2016 gepubliceerd] geleden dat de ‘nieuwe Machinerichtlijn actief is geworden. Deze Machinerichtlijn, met nummer 2006/42/EG, is een-op-een opgenomen in het Warenwetbesluit Machines (lees: Nederlandse wet) en bestaat uit zo’n 40 pagina’s tekst. Omdat de tekst erg juridisch is opgesteld, heeft de Europese Unie een heldere uitleg van maar liefst 440 pagina’s gemaakt. Deze EU gids heet: ‘Gids voor de toepassing van Machinerichtlijn 2006/42/EC – Tweede uitgave  – juni 2010′.
In deze gids wordt in paragraaf 72 het thema van een wijziging van nieuwe en gebruikte machines besproken, zoals weergegeven in kader 2. De uitleg geeft duidelijk aan dat de Machinerichtlijn ook van toepassing is op machines die zijn gebaseerd op gebruikte machines, en die zo substantieel zijn omgevormd of omgebouwd dat zij kunnen worden beschouwd als nieuwe machines. Kortom, bij een substantiële ombouw is sprake van een (nieuwe) CE-markering op de machine. Wil je als bedrijf zeker weten of dit het geval is, dan kan voor industriële machines schriftelijk contact worden gezocht met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarover meer in het des- betreffende kader bij deze tekst.

Praktijkcase 1:

Vervangen oude Philips P8 besturing

Een bedrijf, we noemen dit bedrijf voor het gemak even bedrijf X, heeft zo’n 50 stand-alone metaalbewerkingsmachines staan met bouwjaar 1999, allen voorzien van een CE-markering. Deze ongewijzigde machines zijn in hun functie identiek, maar afkomstig van verschillende machinebouwers. De machines bewerken kleine metaaldelen en hebben een elektrisch- hydraulische aandrijving. Bedrijf X wil nu de verouderde Philips plc-besturing type P8 en de visualisatie pc-besturing, vervangen door een nieuwe Siemens plc-besturing type S7 en een industriële pc met touchscreen. Hierbij blijven de bestaande losse bedieningsknoppen bestaan en worden deze verbonden met de nieuwe plc. Er worden functioneel geen wijzigingen of mechanische aanpassingen op de machine aangebracht. De werkzaamheden worden niet uitgevoerd door de oorspronkelijke fabrikant van de machine, maar door de eindgebruiker zelf, met hulp van een engineeringsbedrijf, dat we hier bedrijf Y zullen noemen. Het bedrijf heeft twee mechanisch identieke machines staan, waarin bij nieuwbouw al een Siemens S7 plc was toegepast. Men wil de software uit deze S7 plc door een gerenommeerd hardware- en software-engineeringsbedrijf laten kopiëren en overzetten in de aan te passen machines. De eindgebruiker vindt dit derhalve ‘geen’ ingrijpende aanpassing, die een nieuwe CE-markering noodzakelijk maakt. Het bedrijf stelt de vraag per brief aan Inspectie SZW.

Antwoord inspectie szw op praktijkcase 1

Na 5 weken volgt schriftelijk het antwoord van de Inspectie SZW. Inspectie SZW geeft aan dat de oorspronkelijke fabrikant van de CE-gemarkeerde machine door bedrijf X benaderd zou moeten worden. Als de oorspronkelijke fabrikant de wijziging als niet-ingrijpend beoordeelt, zal bedrijf X hiervan een schriftelijke verklaring van de fabrikant moeten opvragen. Bedrijf X voegt deze verklaring bij de oorspronkelijke EG-Verklaring van overeenstemming, zodat de Inspectie SZW dit kan verifiëren. Stel dat de oorspronkelijke fabrikant de wijziging wel als ingrijpend beoordeelt, dan dienen bedrijf X en bedrijf Y te overleggen wie de aansprakelijkheid en dus het CE-markeringstraject op zich neemt. Als het engineeringsbureau bedrijf Y hiertoe niet bereid is, het is geen verplichting, dan zal de opdrachtgever – bedrijf X – zelf de CE-verantwoordelijkheid op zich moeten nemen en de CE-markering moeten aanbrengen.

 

Praktijkcase 2:

Vervangen plc in niet CE-gemarkeerde machine

Een farmaciebedrijf heeft een in de jaren negentig (voor 1-1- 1995) door de technische dienst gebouwde vulmachine in gebruik. De machine heeft een Siemens S5 besturing en bestaat uit een draaiende carrousel met capsules die automatisch gevuld worden. Het bedrijf is voornemens de bestaande besturings- plc te laten vervangen door het opvolgertype, de Siemens S7-plc. Behalve de besturings-plc wil het bedrijf ook besturingsgerelateerde aandrijvings- en besturingscomponenten vervangen en er worden twee bedieningsschermen vervangen. De genoemde activiteiten zullen worden uitgevoerd in samenwerking met een hardware- en software- engineeringsbedrijf. Met betrekking tot de principiële functie van de machine zijn geen wijzigingen beoogd. Het is wel de bedoeling om in de nieuwe besturings-plc mogelijke veiligheidsverbeteringen te integreren, indien de noodzaak hiervoor blijkt uit de nog uit te voeren risicobeoordeling. Ook deze situatie wordt aan Inspectie SZW voorgelegd.

Antwoord Inspectie SZW op praktijkcase 2

Na 8 weken volgt schriftelijk het antwoord van de Inspectie SZW. Deze geeft aan dat in de praktijk geregeld oude plc’s of soms hele relaiskasten vervangen worden door nieuwe plc’s. In ogenschouw nemend wat daarmee gepaard gaat, zou je in die gevallen wel moeten spreken van ingrijpende wijzigingen. Het is namelijk nooit zo dat het plaatsen van een nieuwe plc ‘plug and play’ is. Programmatuur moet worden herschreven, stekkers vervangen, schakelkanalen kunnen zijn omgewisseld, redundantie moet intact blijven etc. Kortom, teveel om te kunnen stellen dat de machine zonder meer nog net zo veilig is als voor de vervanging. Tevens zou een dergelijke vervanging invloed kunnen hebben op de EMC- bestendigheid en de elektrische veiligheid. Denk aan het mogelijk optreden van hogere harmonische interferentie in de bedrading, waardoor de machine zelf of zijn omgeving verstoord worden.

Wie wordt fabrikant volgens Inspectie SZW?

Als de gebruiker de substantiële wijziging zelf uitvoert, bijvoorbeeld met de eigen technische dienst, of de regie voert in de wijziging, dan is de gebruiker zelf fabrikant. Als er een opdracht tot het uitvoeren van de wijziging plaatsvindt aan een derde partij, dan hangt het af van de mate van detail van de opdracht tot wijziging. Als precies is voorgeschreven wat er moet gebeuren, dan is nog steeds de gebruiker de fabrikant. Als de derde partij de engineering en uitvoering zelf verzorgt, dan is het zeer wel mogelijk de derde partij aan te wijzen als fabrikant. Om juridisch getouwtrek te voorkomen is het aan te raden van tevoren af te spreken wie de fabrikant wordt en dus de CE-markering aanbrengt. Wat overigens niet kan is zelf de wijziging doorvoeren en vervolgens de beoordeling en CE-markering laten uitvoeren door bijvoorbeeld een externe veiligheidsconsultant die het ‘fabrikantschap’ op zich neemt. Dit omdat dat niet overdraagbaar is.

Conclusie

Uit de hierboven besproken praktijkcases blijkt dat de Nederlandse overheid kan worden verzocht om een uitspraak te doen in een specifiek praktijkgeval. Het is van belang om de case uitgebreid te beschrijven en dan schriftelijk voor te leggen aan het Ministerie van SZW. Uit het antwoord van de Inspectie SZW op praktijkcase 2 komt duidelijk naar voren dat het vervangen van een bepaalde plc door een ander type wordt gezien als een substantiële wijziging. In eerste instantie wordt aangeraden om de oorspronkelijke fabrikant de wijziging uit te laten voeren zodat zijn CE-markering gehandhaafd blijft. Als dit niet lukt zal de gebruiker of het bedrijf dat de aanpassingen uitvoert als fabrikant moeten optreden. Door vroegtijdig in het project een CE-verantwoordelijke aan te wijzen kan een CE-stoelendans worden voorkomen.

[Dit artikel is eerder gepubliceerd in Automatie-PMA in oktober 2016]

Over de auteur

Nick de With

Plaats een reactie

Wil je de beste Fusacon content in je mailbox ontvangen?