Waar moeten de metaalbewerkingsmachines op onze school aan voldoen? Deel 2

Waar moeten de metaalbewerkingsmachines op onze school aan voldoen? Deel 2

Vragen

  1. Wat schrijft de Nederlandse wetgeving voor bij metaalbewerkingsmachines die al ver voor 1995 zijn aangeschaft en staan opgesteld in onze leerschool. De machines worden dagelijks gebruikt en zijn in bedrijf zonder afscherming van de draaiende delen?
  2. Wat zijn de eisen in de Nederlandse wetgeving voor de technische aanpassingen van bestaande metaalbewerkingsmachines, zodanig dat er veilig mee gewerkt kan worden.
  3. Vallen deze aanpassingen van bestaande machine dan onder de definitie van een substantiële wijziging?

 

Antwoord 3

Zoals vermeld in het antwoord bij vraag 1 kan er een situatie ontstaan waarin een bestaande machine van vóór 1 januari 1995 door de aanpassing moet gaan voldoen aan de huidige Machinerichtlijn en ander EU-Richtlijnen die gelden voor nieuwe machines. Dit is het geval als er sprake is van een zogenaamde ‘substantiële wijziging’ van de machine.

Er is sprake van een substantiële wijziging wanneer de machine een andere gebruiksbestemming krijgt of wanneer er door de wijziging nieuwe of hogere risico´s ontstaan. Over het thema wijzigingen van bestaande machines heeft de Nederlandse toezichthouder (Inspectie SZW) in het jaar 2017 een flyer opgesteld, genaamd: ‘Zo past u uw machine veilig aan.’
Zie de link: https://www.inspectieszw.nl/publicaties/brochures/2017/01/20/zo-past-u-uw-machine-veilig-aan

In principe is er bij het alleen plaatsen van afschermingen of beveiligingsinrichtingen bij een bestaande machine, op basis van hoofdstuk 7.7 van het Arbobesluit, geen sprake van een substantiële wijziging. Door deze wijziging zorgt de werkgever er juist voor dat wordt voldaan aan de Arbeidsomstandighedenwet.

 

Conclusie

  • Conform hoofdstuk 7 van het Arbobesluit dient de leerschool de metaalbewerkingsmachines, die staan opgesteld in de school, te voorzien van afschermingen of veiligheidsvoorzieningen, waarmee contact met de ronddraaiende delen wordt voorkomen of de delen tijdig worden afgeschakeld. Daarbij dient de afscherming zodanig te worden voorzien van een blokkering (interlocking) zodat, wanneer deze open staat, de machine niet opgestart kan worden.
  • Er dient door de werkgever voor elke machine een risicoinventarisatie & -evaluatie (RI&E) uitgevoerd te worden, waarbij voor de risicoreductie een plan van aanpak wordt opgesteld met de methodiek en het tijdpad om de gevaren en gevaarlijke situaties weg te nemen. De gekozen risicoreducerende maatregelen dienen te voldoen aan de huidige stand der techniek, zoals vastgelegd in de geldende NEN-EN normen.
  • Het komt in de praktijk regelmatig voor dat de universele afschermingen, die specifiek voor bestaande metaalbewerkingsmachine in de handel verkrijgbaar zijn, niet voldoen aan de geldende normeisen. De afschermingen zijn niet volledig of onvoldoende sterk of de toegepaste veiligheidsschakelaar voor de blokkering (interlocking) voldoet niet aan de eisen. Dan is er eigenlijk sprake van het kopen van een kat in de zak.

Voordat men de bovenstaande punten uitvoert, is het advies van FUSACON om eerst een QuickScan Machineveiligheid uit te laten voeren op de machines, die in de leerschool staan opgesteld. Dit om te voorkomen dat men bij aanpassing van de bestaande machines voor hogere kosten komt te staan, dan wanneer er gekozen wordt voor een nieuwe machine. Denk hierbij bijvoorbeeld ook aan de elektrische veiligheid van schakelkasten, die zodanig veilig moeten zijn, dat er geen gevaar is voor elektrocutie wanneer men de schakelkast opent.

FUSACON kan u ondersteunen bij het uitvoeren van een QuickScan Machineveiligheid op uw machines.

Ga terug naar Deel 1 van deze vraag en antwoord

Over de auteur

Nick de With

Plaats een reactie

Wil je de beste Fusacon content in je mailbox ontvangen?